Fig. 9. Kat. Atriumprikkeling van « tot b.
Fig. 9.
Fig. 10. Kat. Atriumprikkeling van a tot h.
Fig. 10.
Fig. 11. Kat. Atriumprikkeling van a tot b.
Fig. 11.
: 1 '
Fig. 12. Kat. Atriumprikkeling van « tot b. Vagusprikkeling van c tot tl.
Fig. 12
l.'»vj;"»va"v»*,<st(a
A
-^f;¦¦¦¦;„..¦........... .. ..... ¦ _ ....
Fig. 13. Kat. Atriumprikkeling van a tot b. Vagusprikkeling van e tot d.
jÈÊmmmWÊ^m,,,,,
Fig. 14. Kat. Atriumprikkeling van « tot b.
Fig. 14.
__
Fig. 15. Kat. Atriumprikkeling van o tot b. Kamerflhrillatie. Fig. 15.
In alle figuren correspondeert 1 mM. aWis mot 0.04 sec.
In fig. 8, 10 en 11 wijst 1 mM. ordinaat een potentiaalverschil aan van 10-3 Volt, in tig. 12, 13, 14 en lo van 5 x 10"* Volt. Zie verder den tekst.