storting van een voorschot op de afrekening moet voorafgaan, waarop dan later, na vaststelling, de omslag kan worden verrekend. Er komen mij in dat verband 3 stelsels mogelijk voor: 
1". de storting van het voorschot over het volle jaar aan het begin van het jaar, waarover zal moeten worden afgerekend; 
2°. geen storting van voorschotten, vóór de vaststelling van den omslag heeft plaats gevonden; 
3°.   meerdere stortingen in den loop van het jaar. 
Het eerste stelt bij den overgang van de oude op de nieuwe regeling aan de werkgevers eenmaal een zeer hoogen eisen, namelijk storting van een bedrag, dat ongeveer gelijk is aan iy2 maal de jaarpremie, maar voorkomt schade en leidt tot groote vereenvoudiging. Dit laatste geldt evenzeer van de onder 2°. genoemde handelwijze, maar dit stelsel geeft aan de verzekerde ondernemers aanmerkelijk meer crediet dan de tegenwoordige wettelijke regeling. In zake de vraag, of eene bruikbare toepassing van het omslagstelsel bij de voor waarden, waaronder do Rijksverzekeringsbank werkt, mogelijk is, zal dus ten slotte worden beslist, door het antwoord op de vraag, of zich het onder 3°. genoemde stelsel zóó laat verwezenlijken, dat daaruit niet meer risico, noch meer administratieve omslag voor de Rijksverzekeringsbank voortvloeien dan onder het tegenwoordig premiestelsel en dat tevens op de verzekerde industrie ook bij den overgang op het omslagstelsel geen meer bezwarende plichten worden gelegd dan thans reeds op die industrie rusten. 
Het komt mij voor, dat de gestelde vraag bevestigend kan worden beantwoord en dat zelfs een aanmerkelijke administratieve vereenvoudiging aan de invoering van het omslagstelsel verborrden kan worden. Ook zonder betreffende de te ontwerpen regeling in details ce treden, kan die worden ingezien, als men overweegt: 
1°. dat in de tegenwoordige regeling, wat datum en bedrag der stortingen betreft, geen groote veranderingen noodig zijn, zoodat we kunnen aannemen, dat de twee postnumerarrdo halfjaarlijksche stortingen gehandhaafd blijven, elk ongeveer ter grootte van den hal ven omslag over het loopende jaar; 
- 2". dat deze stortingen zijn te beschouwen als voorschotten of als waarborgsommen, waarvan het saldo bij de definitieve afrekening met de eerstvolgende storting wordt verrekend zoodat bij de bepalrng van het voorschot niet naar groote nauwkeurigheid behoeft te worden gestreefd. 
Ik stel me voor, dat eene zeer bevredigende regeling bijv. te bereiken zou zijn, door als halfjaarlijksch voorschot te heffen